RAWA, de Revolutionaire Vereniging van de Vrouwen van Afghanistan, werd in 1977 gevestigd in Kaboel, Afghanistan, als onafhankelijke politiek-sociale organisatie van Afghaanse vrouwen die vechten voor mensenrechten en voor sociale rechtvaardigheid in Afghanistan. De stichters waren enkele Afghaanse vrouwelijke intellectuelen onder de scherpzinnige leiding van Meena die in 1987 in Quetta, Pakistan, door Afghaanse agenten van de toenmalige KGB werd vermoord, in samenspanning met de fundamentalistische groep van Gulbuddin Hekmatyar.
RAWA’s doelstelling was om steeds meer Afghaanse vrouwen te betrekken in sociale en politieke activiteiten, gericht op het verwerven van vrouwenrechten en om bij te dragen aan de strijd om een overheid gericht op democratische en seculaire waarden tot stand te brengen in Afghanistan.Ondanks de verstikkende politieke atmosfeer, werd RAWA al snel spoedig betrokken bij wijdverspreide activiteiten in verschillende sociaalpolitieke arena's met inbegrip van onderwijs, gezondheid en inkomstgeneratie evenals politieke agitatie.
Vóór de Moskou-geleide staatsgreep in april 1978 in Afghanistan, werden de activiteiten van RAWA beperkt tot agitatie voor vrouwenrechten en democratie, maar na de staatsgreep en in het bijzonder na de Sovjetbezetting van Afghanistan in december 1979, werd RAWA direct betrokken bij de oorlog van het verzet. In tegenstelling tot de absolute meerderheid van beroemde Islamitisch fundamentalistische "vechters voor vrijheid" van de anti-sovjet verzetsoorlog, bepleitte RAWA vanaf het begin democratie en secularisme. Ondanks de verschrikkingen en de politieke onderdrukking, groeiden RAWA’s charisma en invloed in de jaren van de Sovjetbezetting en een groeiend aantal RAWA-activisten werd naar Pakistan gestuurd om samen te werken met vrouwelijke vluchtelingen.
Om de directe behoeften van vluchtelingsvrouwen en kinderen aan te kunnen pakken, richtte RAWA scholen met internaat op voor jongens en meisjes, een ziekenhuis voor Afghaanse vrouwelijke - en kindvluchtelingen in Quetta, Pakistan met mobiele teams. Bovendien leidde het verzorgingscursussen, geletterdheidscursussen en beroepsopleidingen voor vrouwen. Demonstraties tegen de Sovjetindringers en hun medewerkers en later tegen de fundamentalisten, en de onverminderde blootstelling van hun verraad en afschuwelijke misdaden zijn een stempel geweest van RAWA’s politieke activiteiten.
Het was in consequentie van zijn anti-sovjetbezettingsstrijd en agitatie dat RAWA werd gemerkt voor vernietiging door de Sovjets en hun vrienden, terwijl de Islamitische fundamentalisten hun toorn luchtten over onze organisatie voor onze pro democratische, pro secularistische en anti fundamentalistische houding. Onze niet compromitterende houding tegen deze twee vijanden heeft ons veel gekost, zoals aangetoond door het martelaarschap van onze oprichtende leidster en een groot aantal van onze hoofdactivisten. Maar wij eerden onbewogen, en zullen in de toekomst onze principes blijven eren ondanks de dodelijke slagen die ons toekomen.
Om onze meningen en doelstellingen te verspreiden, en om Afghaanse vrouwen sociale en politieke voorlichting te geven in relatie tot hun rechten en potentiele capaciteiten, lanceerde RAWA in 1981 een tweetalig (Perzisch/Pashtu) tijdschrift, Payam-e-Zan (boodschap van de vrouw). Men werkt momenteel aan een publicatie van dit tijdschrift in Urdu en in het Engels voor alle anderstaligen.
Sinds de val van het sovjet-geïnstalleerde marionettenregime in 1992 vecht RAWA’s politieke strijd voornamelijk tegen het fundamentalistische en het ultra-fundamentalistische misdadige beleid van de taliban. Met name tegen de wreedheden op het Afghaanse volk in het algemeen en hun ongelooflijk ultra mannelijk chauvinistische - en anti-vrouwen orientatie in het bijzonder.
Behalve de politieke uitdagingen die RAWA onder ogen ziet, genieten wij momenteel jammer genoeg geen steun van internationale vzw’s of overheden bij het helpen van ondenkbaar getraumatiseerde vrouwen en kinderen, waardoor wij onze humanitaire projecten niet zo effectief als gewenst kunnen uitvoeren wegens gebrek aan fondsen...
De Amerikaans “Oorlog tegen terrorisme” verwijderde het Taliban regime in oktober 2001, maar het heeft het godsdienstig fundamentalisme niet verwijderd. En dat is de belangrijkste oorzaak van al onze ellende. Het is zelfs zo dat, door de krijgsheren de macht in Afghanistan te geven, de Amerikaanse regering één fundamentalistisch regime met een ander vervangt. De overheid van de VS en dhr. Karzai steunen voornamelijk op de criminele leiders van de Noordelijke Alliantie, die net zo bruut en vrouwenhatend zijn als de Taliban.RAWA gelooft dat vrijheid en democratie niet bekomen kunnen worden door donaties; het is de plicht van een land’s volk om te vechten om deze waarden te bekomen. Onder de VS-gesteunde overheid, hebben de gezworen vijanden van mensenrechten, democratie en secularisme hun klauwen over ons land gegrepen en geprobeerd om hun godsdienstig fascisme op onze mensen te herstellen.
Zolang fundamentalisten als militaire en politieke macht in ons gewonde land gevestigd zijn, zal het probleem van Afghanistan niet opgelost worden. RAWA's missie voor vrouwenrechten is vandaag verre van over en we moeten hard werken voor het bekomen van een vrij, onafhankelijk, democratisch en seculair Afghanistan. Wij hebben de solidariteit en de steun nodig van alle mensen in de wereld.