Tien jaar geleden, toen de terroristische aanvallen plaatsvonden op 11 september 2001, keken mijn collega’s van de Afgaanse Vrouwen Missie en ik in schok toe hoe duizenden onschuldige mensen hun leven verloren. Echter, we wisten meteen dat de vergelding zou worden gezocht bij Afghanistan en dat alle Afghanen, inclusief de vrouwen van RAWA, een ondergrondse organisatie waar wij in solidariteit mee werkten, doel zouden worden van Amerikaanse bommen.
Op 14 september 2001 bracht RAWA een verklaring uit getiteld: “Het volk van Afghanistan heeft niets te maken met Osama en zijn handlangers’’ Zij drukten hierin hun medeleven uit en waarschuwden ervoor dat eerdere politiek van de VS geleidt had tot deze dag:
“RAWA drukt net als de rest van de wereld haar zorgen en afkeuren uit voor deze barbaarse daad van geweld en terreur. RAWA had al gewaarschuwd dat de Verenigde Staten geen steun moest geven aan de meest verraderlijke, meest criminele, meest anti- democratische en anti- vrouwelijke Islamitische fundamentalistische partijen, omdat zowel de Jehadis als de Taliban elke mogelijk type afschuwelijke misdaden tegen ons volk hebben begaan, zij geen schaamte zullen voelen in het plegen van zulke misdaden tegen het Amerikaanse volk, dat zij beschouwen als ‘ongelovigen’. Om macht te krijgen en te houden, zijn deze barbaarse criminelen gemakkelijk bereid zich te wenden tot elke criminele macht.” RAWA drong de VS opnieuw aan om geen oorlog te verklaren. “Snelle en willekeurige militaire aanvallen tegen een land dat meer dan twee decennia rampen heeft aangezien zal geen zaak zijn van trots.”
Op 11 oktober, vier dagen nadat de bommen op Afghanistan begonnen te vallen, drong RAWA, de uitslag van de oorlog voorspellend, de VS nogmaals aan om het juiste beslissing te maken. “de voortzetting van de VS aanvallen en de toename in het aantal onschuldige burger slachtoffers geeft de Taliban niet alleen een excuus, maar zal ook empowerment veroorzaken van de fundamentalistische krachten in de regio en de zelfs in de wereld.”
Een maand later, toen de Taliban snel uit Kabul verdreven werden, realiseerde RAWA dat de VS gereed was om de Taliban te vervangen door hun ideologische broeders, de krijgsheren van de Noordelijke Alliantie (NA). Ze verkondigden nogmaals een internationale oproep, waarschuwend: “de NA zal het etnische en religieuze conflicten verschrikkelijk intensiveren en zal nooit afzien om het vuur van een andere wrede en eindeloze burgeroorlog aan te wakkeren om de macht te behouden.”
Helaas werden RAWA’s waarschuwingen genegeerd en de laatste tien jaar zijn hun voorspellingen bewaarheid. De Afghaanse oorlog duurt voort zonder eind in zicht en met een toegenomen empowered Taliban, een corrupte centrale overheid gedomineerd door leden van de Noordelijke Alliantie, en gewone mensen gevangen in het kruisvuur.
Op deze tiende herdenkingsdag van de 11 september aanvallen, interviewde ik een lid van het RAWA, die onder de naam Reena gaat.
Sonali Kolhatkar: Wat was uw reactie toen u voor het eerst hoorde over de terroristische aanvallen in New York en Washington tien jaar geleden? Had u enig idee dat de VS binnen een maand zou beginnen met de aanvallen op Afghanistan?
Reena: Nou, de eerste reactie was natuurlijk dat de hele wereld in schok was. Wij waren ook geschokt en natuurlijk verdrietig om de onschuldige mensen die gedood waren in het World Trade Center. Maar wat de VS daarna deed was een vrij natuurlijke reactie voor ons. We weten uit de geschiedenis van de VS dat het binnenvallen van andere landen hun politiek is. Maar, waar wij het meest bang voor waren en waarvoor wij ons ook schrap zetten, was dat ze de oude criminelen en vijanden van het Afghaanse volk, de Noordelijke Alliantie, zouden instellen onder de goede dekmantel van een democratische overheid. Dit was iets wat we voorspeld hadden. En we voorspelden ook veel slechtere omstandigheden in vergelijking met de omstandigheden onder het bewind van de Taliban.
Sonali Kolhatkar: Zou u zeggen dat dezelfde machten, dezelfde ideologie die zich op 11 september 2001 heeft gemanifesteerd in de VS, de vrouwen in Afghanistan treffen en onderdrukken?
Reena: Ja, inderdaad, maar op een andere manier. Ziet u, fundamentalisme is globaal. Het is er op elke plek onder verschillende brandmerken. Maar, wat het doet tot vrouwen, wat het doet tot mensen, wat het doet als het aankomt op macht, is het overal hetzelfde. Dus fundamentalisme onder de naam van de Taliban, fundamentalisme onder de naam van Jihadis, of de Noordelijke Alliantie, of laten we gewoon zeggen onder de naam van de Iraanse overheid, of sommige andere terroristische groeperingen in andere delen van de wereld, doen hetzelfde als het aankomt op macht, als zij bekrachtigd zijn zoals de VS de krijgsheren bekrachtigd heeft.
Sonali Kolhatkar: Veel Amerikanen wisten niet over de geschiedenis van de steun van de VS aan fundamentalistische machten in Afghanistan en de steun aan de vele Arabische strijders die naar Afghanistan kwamen om tegen de Sovjet Unie te strijden. In de Verenigde Staten waren Amerikanen verrast door de consequenties na 09/11, maar in Afghanistan leek het erop dat de meeste mensen niet verrast waren.
Reena: Ja, absoluut. U hoeft alleen maar te kijken naar de geschiedenis. En helaas, deze zeer belangrijke zaken krijgen in de VS geen aandacht in de doorsnee- media. Maar als u enkel kijkt naar de recente geschiedenis, kunt u heel duidelijk zien dat Amerikaanse politiek de fundamentalisten altijd voor hun eigen belang gebruikt heeft. Zoals ze dat dertig jaar geleden met de Moedjahedien deden en zoals ze dat tegenwoordig doen bij sommige terroristische groepen. Zoals ze dat altijd al hebben gedaan. Als u gewoon een goed geschiedenis boek leest, is het al duidelijk. Ze hebben de Moedjahedien en de krijgsheren altijd geholpen zolang het was voor een beetje vertrouwen in de omverwerping van de Soviets, om daarna aan de macht te komen en vandaag de dag de VS toe te staan om militaire basissen en militaire aanwezigheid te hebben bij alles. Zolang het in hun eigen belang is, is het goed. Ze zullen alles steunen, inclusief zulke wrede fundamentalisten.
Sonali Kolhatkar: RAWA heeft zich via uw website en door andere middelen jarenlang internationaal uitgesproken over de onderdrukking van vrouwen door de Taliban. Hoe reageerde u toen president Bush en zijn vrouw Lara Bush vrouwenrechten begonnen te gebruiken als een van de redenen om de oorlog in Afghanistan te beginnen?
Reena: Nou, het gebruiken van vrouwenrechten kwam al vanaf het eerste begin erg belachelijk over. We hebben altijd gezegd dat Bush, dat Amerika zelf de macht heeft teruggegeven aan de krijgsheren van de Noordelijke Alliantie. Zij zullen nooit iets goeds doen voor vrouwen. De omstandigheden voor vrouwen zijn verslechterd, zoals we nu hebben gezien. Maar, het zou ze nooit gaan helpen. Het was dus erg belachelijk dat meneer Bush en Laura Bush de Afghaanse vrouwen en mensen wilden helpen. Als ze dat wilden,hadden ze deze criminelen niet geïnstalleerd. Dan hadden ze hun nooit zoveel macht gegeven. Er zijn vele democratische groepen in Afghanistan; wellicht hadden ze met hun kunnen onderhandelen, met hun kunnen praten. Al vanaf het eerste begin leek het teruggeven van de macht aan de fundamentalisten en de vrouwen als een excuus om een land binnen te dringen het meest belachelijke om te doen. Echter, ze hielpen ze niet echt met zulke fundamentalisten aan de macht, zoals tien jaar bezetting en de rechtsstaat van de krijgsheren heeft bewezen.
Sonali Kolhatkar: Dus, in de bijna tien verstreken jaren onder de bezetting van de VS en de NATO, hoe zijn vrouwenrechten de laatste tien jaar teruggebracht, specifiek betreffende de zeer vrouwonvriendelijke wetten die het Afghaanse Parlement heeft doorgevoerd, en de manier waarop het door de VS gesteunde juridisch systeem de vrouwen heeft aangevallen?
Zijn vandaag de dag de juridische en politieke zaken voor vrouwen verslechterd, of even slecht gebleven in vergelijking tot onder de Taliban?
Reena: Nou, de wetten die u zojuist genoemd heeft, krijgen onvoldoende aandacht. Dit is een van de dingen die de vrouwen slecht treft. Maar in principe is er in Afghanistan geen rechtstelsel, er is geen rechterlijke macht. Er is niets dat de vrouwen beschermd als ze zijn mishandeld, gewond zijn of hulp nodig hebben. Er is dus geen fatsoenlijk rechtstelsel om mensen te veroordelen en te berechten. Als er al een rechtstelsel is, wordt het gebruikt in het belang van de krijgsheren die aan de macht zijn. Het parlement gebruikt bijvoorbeeld hun macht om zulke wetten aan te nemen. De rechterlijke macht neemt zeer controversiële straffen aan die volgens hun in overeenstemming zijn met de Sharia wet. Er is geen wet, en als die er wel is, dan is hij in de handen van de krijgsheren die het overeenstemmend met hun vrouwonvriendelijke mentaliteit, in hun eigen belang buigen en tegen vrouwen gebruiken. Er is dus geen enkele bescherming of rechtvaardigheid voor de vrouwelijke slachtoffers in Afghanistan.
Sonali Kolhatkar: Tien jaar nadat de aanvallen op 11 september plaatsvonden is er nog steeds een hoop onwetendheid over Afghanistan. Ondanks dat we in een oorlog hebben gevochten die langer duurt dan elke andere oorlog in de geschiedenis van de VS, is er nog steeds zo veel onwetendheid. Wat raadt u de Amerikanen aan om tegen de oorlog te doen, en om zichzelf beter in te lichten?
Reena: Mensen kunnen de website van RAWA raadplegen (www.rawa.org), de nieuws sectie en de dagelijkse updates bekijken over Afghanistan en de verschrikkelijke dingen die de vrouwen daar kunnen gebeuren. Wat het Amerikaanse volk kan doen, zoals we altijd al hebben gezegd, is oproepen tot de terugtrekking van de troepen, omdat de militaire aanwezigheid de bevolking van Afghanistan op geen enkele manier heeft geholpen. Dit heeft zich de afgelopen tien jaar bewezen. En, zoals ik eerder gezegd heb, zijn er democratische groepen in Afghanistan die de bevolking werkelijk kunnen helpen. De militaire basissen en troepen van de VS zijn hiervoor niet nodig. De krijgsheren moeten worden ontwapend, macht moet worden afgenomen en wellicht kunnen we dan over vrouwenrechten en een beter Afghanistan praten.
Reena is een lid van RAWA, the Revolutionary Association of the Woman of Afghanistan. (het Revolutionaire Gezelschap van de Vrouwen van Afghanistan). Sonali Kolhatkar is de Co-directeur van de Afghan Womans Mission (Afghaanse Vrouwen Missie), en gastvrouw van ‘Uprising’ op de KPFK Pacifica Radio.
Dit interview is voor de duidelijkheid aangepast. De geluidsopname zal nationaal worden uitgezonden op zondag 11 september 2011, als onderdeel van Pacifica Radio’s 9/11 herdenkingsspecial. Speciale dank aan Sana Shuja voor het uitwerken van de geluidsopname.